Heur haar

Columns van vader Jan Beenen

De Wind

Laura en ik zitten samen op de bank. Zojuist heb ik heur haar gewassen en nu knip ik haar nagels. We kijken naar buiten. Het stormt. ”Kijk, het regent bladeren”, wijs ik naar het groen, geel en rood van de bomen dat door de lucht zwermt. “Ga jij maar ergens anders waaien, in een ver land, zeg ik weleens tegen de wind”, merkt Laura op. “Maar de wind zegt nooit wat terug.”