Geen nieuws, goed nieuws zullen we maar zeggen; het gaat supergoed met Laura. De expositie heeft haar zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde een enorme push gegeven. Ze is trots op zichzelf, ze begrijpt uit de reacties van haar omgeving dat ze ergens goed in is, dat dat haar bijzonder maakt. Dagcentrum Floriande, waar Laura werkt, heeft Laura’s talent inmiddels opgepakt; ze krijgt sinds kort dinsdag ‘s ochtends schilderles op het atelier. En het eerste kunstwerk is binnen, een mooi landschap, helemaal des Laura’s. Het begin van een nieuwe reeks in nieuwe stijl. Op naar een tweede expositie (zit inderdaad in de pen!).
We hebben mooie dingen met Laura meegemaakt. Zo belde ze ons onlangs op een avond in tranen op; ze dacht dat we die week naar het Dolfinarium zouden gaan, maar de leiding wist van niets. Ik kon haar geruststellen. Later op de avond belde ik de leiding en meldde dat ik Laura eerder dus in tranen aan de telefoon had gehad, maar men wist van niets. Een paar dagen daarna heb ik Laura gevraagd hoe ze dat dan had gedaan, dat telefoongesprek met ons. ‘Pak je dan zelf de telefoon of zo?’ Nee, ze was naar haar kamer gegaan en had ons op haar mobiele telefoon gebeld. Conclusie: 1)als ze echt verdrietig is, weet ze ons te vinden en 2) ze weet nog hoe ze haar gsm moet gebruiken. Het eerste vond ik ontroerend, het tweede verrassend. Ze heeft haar mobiele telefoon al dik twee jaar niet meer gebruikt (ze doet al jaren met haar beltegoed van tien euro!) dus wilde ik binnenkort maar weer ‘s met haar gaan oefenen. Niet nodig dus, zo blijkt.
Nog een avontuur, met mooie afloop: op een woensdag, Laura’s vrije dag, zou ze naar huis komen. Met de bus: eerst met de Zuid-Tangent, dan op het station in Haarlem overstappen op lijn 3 of 5 naar Haarlem-Noord. Ze heeft het al zo vaak gedaan, het gaat altijd prima. Maar deze keer duurt het erg lang voor ze komt. Ik sta bij de bus, bel na een kwartier met de leiding van de woongroep en hoor dat Laura geen naamplaatje op heeft en geen mobiele telefoon bij zich heeft. Van beide kanten is dit kennelijk niet goed gecommuniceerd. Toen Laura nog stage bij GameMania liep, had ze altijd haar naamplaatje (met telefoonnrs) op en gsm bij zich, maar ja: de stage is afgelopen en voor Laura vervalt dan ook meteen het automatisme van naamplaatje/gsm. Die twee dingen hoorden voor haar immers bij haar stage.
Goed, terug naar die woensdagochtend. Geen Laura dus. Ik bel ook Jan, die zich op dat moment herinnert dat het station in Haarlem een complete bouwput is en dat Laura lijn 3 misschien niet heeft kunnen vinden. De spanning zit intussen in mijn keel. Wat nu? Ik kan haar niet bereiken. Ik spoed me naar huis en warempel, daar zit ze, op de bank. Ze heeft zichzelf al een glas sap en een koek gegeven. Opgelucht lach ik haar toe en ze lacht terug. Dan zeg ik dat ik zo ongerust was, ze zegt ‘ik ook’ en barst vervolgens in tranen uit. Wat was er gebeurd: ze zag toen ze op het station uit de Zuid-Tangent was gestapt lijn 3 wegrijden en zag geen halte meer. ‘En toen moest ik het hele eind lopen.’ Ik sta versteld over haar kordate optreden. Tegenslag bij het zelf reizen hebben we nooit kunnen oefenen, dit incident laat zien dat Laura zich goed staande weet te houden als er dingen anders lopen dan ze gewend is. En: ze heeft de weg naar huis kunnen vinden! Ik sta versteld én ben zó ontzettend trots. Ik heb haar getroost en uiteraard de hemel in geprezen. Wat een avontuur.
Afgelopen dinsdag hebben we overigens het beloofde bezoekje aan het Dolfinarium gebracht. Als gewone toeschouwers. toeschouwers. Zo zagen we vanaf de kant hoe andere kinderen dolfijntherapie kregen, we zagen de dolfijnen springen en snelzwemmen, we zagen weer hun pretogen. Wat een bijzondere dieren! We spraken ook nog even met therapeute Eeuwkje, die Laura twee jaar geleden tijdens haar dolfijntherapie heeft begeleid. Daarna nog even naar de zeeleeuwen, de bruinvissen en de walrussen en dat was het weer. Geen dolfijnenshow voor Laura, want ze is bang in het donker.
Na het Dolfinarium ging het richting Zeist, waar Laura van november 2004 tot mei 2006 in een leefgroep heeft gewoond. We hebben er vaak samen gewinkeld, waarna we tot besluit altijd een bord spaghetti aten in wat we ‘ons’ restaurantje zijn gaan noemen, bij Tamara. Drie jaar geleden waren we er voor het laatst, maar bij binnenkomst werden we door Tamara meteen herkend en hartverwarmend onthaald. ‘Als vanouds een bolognese en een carbonara zeker?’
Wat hadden we samen een leuk dagje uit. ‘Dacht ik ook’, zegt Laura op de terugweg.
Reageer op: "Supergoed"