Neuspeuteren

Vrijdag ’s middags haal ik Laura bij haar woongroep op, voor haar weekendje thuis. Onderweg van Vijfhuizen naar Haarlem nemen we dan de week ervoor door. Meestal is alles goed, leuk of ‘heel leuk’ geweest. Als haar al iets dwars zit, is het een zoekgeraakte zakdoek, een tv-programma dat ze heeft gemist of eten dat ze niet lustte. Of iemand heeft haar op – voor haar gevoel – boze toon toegesproken. Dat ze bijvoorbeeld niet in het openbaar in haar neus mag peuteren.

Laura 31012014Het gaat in ons gesprek om twee dingen: het openbaar neuspeuteren én de manier waarop ze is gecorrigeerd. Het gaat Laura vooral om dat laatste. ‘Chagrijnig’, vindt ze. Ik ken mijn dochter en weet dat ze zich héél snel onheus bejegend voelt. We praten over beleefdheid en fatsoen en ik vertel haar dat neuspeuteren geen fijn gezicht is. Uiteindelijk lijkt de wijsheid het van de frustratie te winnen, als Laura verzucht: “Nou ja, ik had het misschien niet moeten doen. Maar ze hoeven het niet zo boos te zeggen, hoor!” En dan zijn we thuis en is het incidentje afgesloten.

Reageer op: "Neuspeuteren"

*